Informatie
Afval
Uiteraard scheiden wij ons afval zorgvuldig. Een interessant detail is de amalgaam afscheider. Hiervoor is een speciaal contract nodig want het is kwik-houdend afval dat niet in het milieu terecht mag komen.
Echt om over na te denken toch? Recht uit uw mond wordt het tot belastend chemisch afval, niet te geloven toch?
Bij het ombouwen van de praktijk is extra aandacht gegeven aan duurzaam bouwen. Zo is er zoveel mogelijk hergebruikt. Het gebouw heeft geen medische uitstraling maar dat is ook juist de bedoeling.
Waarom Saremco?
Als u eens flink wilt nalezen dan is hier een samenvatting van het proefschrift van Coster uit België. Wees bedacht op wat er in uw mond gaat.
Proefschrift Coster 2011 België
Algemene conclusie:
De besproken studies tonen aan dat vrije kunstharsmonomeren de belangrijkste oorzaak zijn van cytotoxiciteit van dentine adhesieven. De cytotoxiciteit van de 4 meest gebruikte (co)monomeren kan gerangschikt worden van meest naar minst toxisch volgens: UDMA > Bis-GMA > TEGDMA >>> HEMA. Het zijn vooral de hydrofiele (co)monomeren met een laag moleculair gewicht zoals HEMA en TEGDMA die kunnen diffunderen naar de pulpa en verantwoordelijk zijn voor de cytotoxische effecten.
Andere cytotoxische componenten zoals CQ, BPO, MEHQ en BHT komen enkel in minieme concentraties voor ter hoogte van de pulpa zodat ze slechts in geringe mate bijdragen aan de cytotoxiciteit van adhesieven. - De in vitro studies uit deze review tonen aan dat de total-etch adhesieven cytotoxischer zijn dan de self-etch adhesieven. Bovendien vertonen de ‘mild’ selfetch (pH + /- 2) minder cytotoxische effecten dan de ‘strong’ self-etch (pH < 1) adhesieven. Het verschil in cytotoxiciteit tussen total-etch en self-etch adhesieven is minder duidelijk bij de in vivo studies, mede omwille van het beperkt aantal van deze studies in de literatuur. - Een RDT ≥ 0.5 mm geeft reeds een merkbaar betere bescherming van de pulpa tegen cytotoxische componenten uit dentine adhesieven. - Pulp capping met kunsthars materialen (adhesieven) wordt zowel door fabrikanten als de literatuur afgeraden, Ca(OH)2 is in dit geval de voorkeursbehandeling. - In de toekomst is er nog meer in vivo onderzoek nodig naar de cytotoxiciteit van adhesieven en hiervoor is er bovendien nood aan de ontwikkeling van internationaal gestandaardiseerde testmethoden. Cytotoxiciteitstesten uit het verleden zijn sterk model afhankelijk en kunnen daarom moeilijk met elkaar vergeleken worden. - 53 - Guidelines voor het gebruik van dentine adhesieven: - Bij het klinisch gebruik van adhesiefsystemen dienen de richtlijnen zoals voorgeschreven door de fabrikant zeer strikt gevolgd te worden (etsen – primer – bonding). - Etch-and-rinse adhesieven geven de beste klinische resultaten qua hechting aan glazuur en dentine, maar self-etch adhesieven geven minder secundaire cariës op lange termijn (nanolekkage). - Op vlak van cytotoxiciteit geven de self-etch adhesieven de beste resultaten, en de etch-and-rinse adhesieven de slechtste. - Belangrijke klinische handelingen: volledige cariës curettage, vermijden van bacteriële contaminatie door steriel te werken, gebruik van desinfectantia, verzorgen van een goede afsluiting (seal) tussen restauratie en caviteitswand, volledige polymerisatie nastreven en beperken van de polymerisatiekrimp. - Verbeteringen in de toekomst qua materialen: toevoegen van MMP’s aan etsgel en/of andere componenten, het gebruik antibacteriële monomeren en desinfectantia, en verdere ontwikkeling van monomeervrije adhesieven ter vermindering van de cytotoxiciteit.
Conclusie § 4.3.2.2: - Wanneer bovenstaande bevindingen getoetst worden aan de resultaten van de studies uit tabel 4.3, dan blijkt dat de total-etch bondingsystemen vaak als meest cytotoxisch worden aangeduid (Scotchbond, Prime&Bond, Syntac, ExciTE, Solobond, Single Bond). De self-etch adhesieven vertonen in deze studies overwegend de minste cytotoxiciteit (Clearfil, Xeno, Adper Prompt en Prompt LPop). - ‘Mild’ self-etch adhesieven (pH + /- 2) penetreren minder ver in de dentinetubuli dan ‘strong’ self-etch adhesieven (pH < 1) en geven minder irritatie ter hoogte van de pulpa. - De primer component van zowel de etch-and-rinse als de self-etch adhesieven is cytotoxischer dan de bonding component.
Aangezien de monomeren uit primers en adhesieven gemakkelijk kunnen diffunderen en cytotoxische effecten hebben op de tandpulpa en omgevende weefsels (zie § 4. Resultaten), zijn er adhesieven ontwikkeld die geen hydrofiele monomeren met een laag moleculair gewicht (zoals HEMA en TEGDMA) meer bevatten (29).
Een voorbeeld van dergelijk HEMA- en TEGDMA-vrij adhesief is het cmf Adhesive System™ (3-step E&R, Saremco® ). Nu inmiddels alweer verbeterd door Saremco.
Door het vermijden van hydrofiele monomeren in de samenstelling van bondingsystemen kan de cytotoxiciteit van adhesieven gereduceerd, en misschien zelfs geëlimineerd worden. Mine et al. toonden aan dat dit monomeervrij adhesief uiterst goede klinische resultaten boekt qua hechting en duurzaamheid en dat deze zelfs te vergelijken is met een conventioneel 3-step etch-and-rinse adhesief (controle groep: OptiBond™ FL, Kerr® ) (29). Enkel de hechtingsterkte aan dentine was significant lager dan bij het conventioneel E&R adhesief. De gunstige klinische eigenschappen van een HEMA-vrij adhesief (G-Bond™, GC® ) worden bevestigd door Van Landuyt et al. (30).